Isolatiemaatregelen

Sommige bacteriën worden resistent tegen de antibiotica die het meest frequent gebruikt worden om hen te bestrijden. Omdat deze bacteriën vooral gevonden worden bij patiënten die veelvuldig in het ziekenhuis werden opgenomen, spreekt men soms van de “ziekenhuisbacterie” (MRSA of methicilline-resistente staphylococcus aureus). Wanneer iemand gekoloniseerd is met deze bacterie, betekent dit niet noodzakelijk dat hij er ziek van wordt. Het is echter van belang dat de bacterie niet overgedragen wordt naar andere patiënten, omdat die er eventueel wel ernstig ziek van zouden kunnen worden. Daarom worden contactisolatiemaatregelen toegepast. In dat geval zullen de verpleegkundigen altijd handschoenen en eventueel een schort en mondmasker gebruiken.

Op dialyse worden alle patiënten tweemaal per jaar gescreend voor MRSA. Dit betekent dat men met een wisser een staal neemt van het vocht in de neus, keel en perineum (zone tussen vagina/balzak en anus), en van eventuele wondes. Indien de test positief is voor MRSA, wordt er gestart met een decontaminatieschema. Dit bestaat uit het wassen met desinfecterende zeep en shampoo en het aanbrengen van antibiotische zalf in de neus. De dienst ziekenhuisinfectiebeheersing volgt dit proces op. De huisarts wordt op de hoogte gebracht. Na de decontaminatie wordt er opnieuw gescreend. Wanneer drie opeenvolgende screenings negatief zijn, wordt de patiënt niet meer als drager van MRSA beschouwd en dienen geen verdere contactisolatiemaatregelen te worden genomen. Soms kan men de bacterie niet uitroeien en wordt de patiënt als chronisch drager van MRSA beschouwd.

Naast MRSA zijn er nog andere types bacteriën die resistent zijn aan meerdere antibiotica, of die een gevaar kunnen betekenen voor de gezondheid van andere patiënten. Ook voor deze anderen kunnen isolatiemaatregelen worden genomen.

www.nefrologiebrugge.be maakt gebruik van cookies. Door verder te surfen gaat u expliciet akkoord met het gebruik van deze cookies.